Vrijmetselaarstaal 6 Thoth 2020 nr.6
ZIET OP MIJ
Hoe komt het toch dat in
heel wat loges de woorden ‘Ziet op mij!’ gevolgd worden door de woorden ‘en
volgt mij na’?
Een Broeder ‘Pietje Precies’ leerde mij dat de archaïsche
uitdrukking des Bijbels was en de betekenis had van ‘Richt u op Mij’ en dat is
eigenlijk ‘Volg Mij na’. Of ik ook even wilde letten op de hoofdletter. Die
aanvulling ‘en volg mij na’, benadrukte Pietje, was een tautologie die slechts
aangaf dat degene die de aanvulling uitsprak niet wist wat hij in het
voorafgaande had gezegd. Dat krijg je met archaïsch taalgebruik, dacht ik toen
stiekem, want Pietje spreek je uit maçonnieke hoffelijkheid niet tegen.
‘Zoekt en gij zult
vinden’, zegt de Bijbel, dus zoeken, via digitale concordanties in alle
beschikbare Bijbelvertalingen, naar de uitdrukking ‘Ziet op mij’. Niks
gevonden. Ook in de woordenboeken geen
‘zien op’ met een betekenis die ook maar in de buurt komt van (na)volgen. Je
zou bijna gaan denken dat we hier met een specifiek stukje vrijmetselaarstaal
van doen hebben.
Maar het internet brengt
ook een katholiek tot Johannes de Heer [1866-1961], lied 172, 3e couplet:
“Is schier al uw hoop verdwenen
als een wolk of regenboog?
Ziet op Mij, houdt op met wenen.
'k Zal u leiden met mijn
oog!
"Refr. 'k Zal u leiden, 'k zal u leiden,
'k zal u leiden met Mijn oog!
Ziet op Mij, houdt op
met wenen.
'k Zal u leiden met Mijn
oog!”
en tot Jesaja 65:1:
“Tot
het volk, dat naar mijnen Naam niet genoemd was, heb Ik gezegd: Ziet, hier ben
Ik, ziet, hier ben Ik!” [Statenbijbel,
1866].
En nog mooier, een verwijzing naar The King-James-Bible:
‘I am sought of them that asked not for me;
I am found of them that sought me not: I said, Behold me, behold me, unto a
nation that was not called by my name’, waar ‘Behold me, Behold me’ wordt vertaald
met ‘Ziet op Mij, ziet op Mij!’
De 18 en 19e
eeuwse ritualen geven/ kennen de tekst ‘ziet op mij’ als inleiding op het geven van
maçonniek applaus niet. Alleen 1865 geeft ‘Ziet naar mij’; bij de overige
ontbreekt zulk een zinsnede. Het HB-rituaal 1928 geeft
‘Ziet op mij’. Zouden de dominees die toen hebben meegeschreven leentje buur
hebben gespeeld bij Johannes de Heer? Dat is heel aannemelijk. De zangbundel
waarin het staat is uitgegeven in 1905 en was al vrij snel populair in de
lichtere protestantse kringen.
Blijft de vraag: Is ‘volg
mij na’ ook een tautologie van ‘ziet op mij’? Als we ‘ziet op mij’ beschouwen
als een allusie op Jesaja 65:1 ‘Ziet op Mij’ is het inderdaad ‘’Laat u door Mij
leiden’. Dan zou Pietje gelijk hebben. Maar als ik ook een haartje mag kloven:
‘mij’ is geen ‘Mij’ en de Achtbare Meester toch niet God? Pietje is inmiddels
overleden, ik kan het hem niet meer vragen, maar ik heb zo’n vermoeden dat hij als
reactie mij met een dodelijke blik tot eeuwig stilzwijgen had willen brengen.
Voor Pietje stond vast dat de Meester der Loge van oudsher de rol vervulde van
Hiram Abiff en die ligt begraven in de Middenkamer met op zijn graf de letters
JHWH. Hij zou ‘mij’ met een hoofdletter hebben geschreven. En dan is het uiteraard
een ‘gotspe’ als de Meester na het uitreiken van een 50-jaar-speldje de
Broeders tot applaus voor de jubilaris oproept met ‘Ziet op Hem en volg Mij na.’.
Arme Meester!