top of page

Maçonnelogie 10              Vrijmetselarij april 2013

Een vrij man

Tot drie maal toe krijgt de kandidaat die voor de poort staat te horen dat hij een vrij man van goede naam is. De Voorbereider zegt het als antwoord op de vraag wie daar als profaan aan de poort van de tempel klopt, de Dekker geeft het door aan de Tweede Opziener en die weer aan de Achtbare Meester. Drie maal hetzelfde door drie verschillende rollen, de magie van de drieslag, de heilige kracht van de drie-eenheid.   

Wat verstaan we in ons ritueel onder een vrij man? Los van wat we er vroeger onder hebben verstaan, lijkt een vrij man nu tot uitdrukking te brengen dat de commissie van onderzoek heeft vastgesteld dat de man die voor de poort staat iemand is die door niets anders gezonden is dan door eigen vrije wil. De kandidaat heeft zichzelf geblinddoekt als bewijs dat hij uit vrije wil zich onderwerpt aan het ritueel dat hij zal ondergaan.    

De idee van de vrije wil is dat we ons leven naar eigen keuze kunnen inrichten. De invloed die wij op die inrichting hebben is overigens altijd betwijfeld. In de filosofie is er altijd al discussie geweest over de mate waarin de mens zelf handelt of onder invloed van andere machten. In de hedendaagse wetenschap lijkt de vrije wil zijn laatste adem nabij. Van alles en nog wat krijgt nu de schuld van wat we doen, zelfs de tijdgeest; de mens zelf lijkt er niet meer aan te pas te komen.   

Als we erover discussiëren staan twee uitersten tegenover elkaar. Ofwel de mens is volledig vrij in zijn handelen of volledig gedetermineerd door invloeden van buitenaf.   

De vrije wil verdedigen lijkt niet zo moeilijk. Wie met een pistool op zijn hoofd gedwongen wordt zijn pincode te geven, kan er altijd voor kiezen te zwijgen. In zijn hoofd heeft een mens altijd een keuze om iets wel of niet te doen. Zo simpel bekeken is onze keuzevrijheid onbeperkt.   

Ja, zeggen de deterministen, in zijn hoofd wel, maar in hoe de mens “kiest” niet. De menselijke wil wordt in feite bepaald door invloeden van buitenaf. Het geheel waarvan hij deel uit maakt bepaalt wie hij is en wat hij doet: de natuur, de cultuur, de opvoeding, de taal, toevallige ervaringen.   

De vraag is dus: wie of wat bepaalt wat ik wil? Ben ik dat of zijn dat de omstandigheden? Lees ik de Bijbel omdat ik dat wil of omdat ik christen ben. Ben ik christen omdat ik daarvoor gekozen heb of omdat ik in een christengezin ben opgegroeid? Ben ik daar opgegroeid omdat ik dat wil, of omdat …? Kortom: komt wat ik doe echt alleen voort uit eigen wil, uit mezelf en uit niets of niemand anders? Geef daar maar eens antwoord op.   

De wetenschap kan beweren wat ze wil [!], we willen de vrije wil niet kwijt. Zonder vrije wil zijn we niet verantwoordelijk voor onze daden, is er in ons handelen niets goed of fout. Daarom heeft de almachtige God de mens een vrije wil gegeven. Daarom gaat de rechter ervan uit dat we het goede kunnen doen en het kwade kunnen laten. Als de mens geen keus heeft, stelt gehoorzaamheid aan de Heer of de wet niets voor.   

Als anderen zich beroepen op omstandigheden die van invloed zijn geweest op hun handelen vinden we dat eigenlijk zwak. Zelf willen we niet graag verminderd toerekeningsvatbaar gevonden worden. Maar ja, als u zelf op het matje van uw Hoogste Rechter moet komen, hoe bedwingt u dan de onweerstaanbare neiging te vluchten in verontschuldigende verklaringen?   

Op absolute verantwoordelijkheid durven we ook weer niet blind te varen. Als al ons handelen voortkomt uit vrije wil, maakt de gelegenheid niet langer de dief, stelen we uit vrije wil. En we weten wel dat het juist vaak de gelegenheid is die de dief maakt. Dus is het niet zo gek dat we de omstandigheden betrekken bij ons oordeel over de dief. Het is niet kwalijk dat we de vrijheid van meningsuiting willen vrijwaren van haat zaaien en oproepen tot geweld. We willen niet de omstandigheden creëren waarin mensen zich gerechtvaardigd voelen anderen buiten te sluiten of in elkaar te slaan.

Kortom, de vrije wil is niet zo simpel. Zo ook komt een vrij man onze loge binnen, uit eigen vrije wil … en omdat zijn vrouw hem heeft aangespoord, “Het verloren symbool” zo’n mooi boek is, geheimen hem altijd al hebben aangetrokken of omdat hij een plaatsje zoekt in een kudde die ook zonder dogma’s bijeen blijft. 

En waarom dat zo is …

bottom of page