top of page

Maçonnelogie 12                 Vrijmetselarij juni 2013

Zomer St.-Jan

De St.-Jan van het Zomer St.-Jansfeest is Johannes de Doper, de wegbereider van het Licht. Hij is niet zelf het Licht, hij kondigt het Licht aan dat gaat komen. Omdat we dan de langste dag, het hoogste punt van het Licht, vieren, zou je hier eerder Johannes de Evangelist verwachten; hij is immers bij uitstek degene die het Licht als symbool koppelt aan de leidraad die wij moeten volgen. Hij laat Jezus zeggen: ‘Ik ben het Licht der wereld; wie mij volgt, hij zal het Licht des levens hebben.’ Johannes de Doper, als aankondiger van het Licht past eerder bij de kortste dag, Winter St.-Jan.   

Waarom van deze logica afgeweken? Simpelweg omdat er een dwingender logica aan voorafgaat. Het feest van Johannes de Doper staat in de Heiligenkalender op 24 juni, omdat de geboortedag van Jezus gesteld is op 25 december en Johannes volgens het evangelie van Lucas [1:35] zes maanden ouder is dan Jezus. Met Jezus komt het Licht in de wereld, zegt Johannes de Evangelist; Johannes de Doper is zijn angelus, bode, aankondiger, “voorloper”. En omdat Johannes de Doper naast patroonheilige van de schoorsteenvegers, laarzen- en zadelmakers, kleermakers en wevers, herders, smeden, muzikanten, zangers, bioscoopexploitanten en wijnbouwers, ook patroonheilige is van de bouwlieden [architecten, timmerlieden, metselaars, restaurateurs], mag het geen toeval heten dat de jaardag van de Vrijmetselarij samenvalt met de jaardag van Johannes de Doper: 24 juni.   

In het Romeins missaal staat als inleiding bij de feestdag van Johannes de Doper:

Behalve voor de Godmens zelf en zijn onbevlekte moeder worden in de kerk geen andere aardse geboortedagen gevierd, dan die van de H. Johannes de Doper, “want”, zegt Paus Pius IX, “de kerk viert slechts feestdagen van heiligen.” Johannes de Doper nu was heilig bij zijn geboorte, omdat hij, vóór hij ter wereld kwam, van de vlek der erfzonde was gezuiverd. “Reeds vanaf de schoot van zijn moeder zal hij worden vervuld met de Heilige Geest”, zegt Lucas 1:15.. De instorting van de Heilige Geest is de oorsprong van alle heiligheid, de maatstaf van de verdiensten en van de hemelse glorie.[…].”

Roomse logica is, dat wie vervuld van de Heilige Geest geboren is, niet tegelijkertijd met de erfzonde bevlekt kan zijn. Het is die logica die Paus Pius IX in 1854 de onbevlekte ontvangenis van Maria tot dogma heeft doen verklaren. Onbevlekte ontvangenis is dus iets anders is dan een maagdelijke geboorte. Johannes is uiteraard geen Jezus; hij is wel onbevlekt ontvangen, maar niet uit een maagd geboren.    

Is er ook een maçonnieke logica, een maçonnieke symboliek te bedenken waarom wij de wegbereider van het Licht juist vieren in de zomer? Ongetwijfeld zullen vóór mij creatieve en in maçonnieke symboliek gepokte en gemazelde broeders geslaagde pogingen hebben gedaan, ik heb mij er niet in verdiept. Ik doe zelf een poging.   

In de loop van het werkjaar werken wij als leerling, gezel of meester binnen de loge aan ons maçonnieke doel: beter mens worden. Een goed mens is vervuld met de Heilige Geest, onbevlekt, een zuivere kubiek. Een beter mens heeft van zijn ruwe steen wat scherpe kanten afgehakt, is meer begeesterd, heeft zijn donkere kant verkleind en meer van het Licht in zich opgenomen. Niet alleen als individu, maar ook als broeder, niet alleen in het Oosten, maar ook als profaan tussen de andere profanen in het Westen. Wij zoeken het Licht, de Heilige Geest in het Oosten om het in ons te laten schijnen en het in ons mee te nemen naar het Westen.   

Juist als wij het werkjaar afsluiten met Zomer St.-Jan is het moment aangebroken om de maçonnieke lichtpuntjes van dit jaar in ons zelf te evalueren en kritisch naar ons zelf te kijken of wij in staat zijn die lichtpuntjes mee te nemen naar het duistere Westen, juist nu wij daar voor enige tijd op ons zelf zijn aangewezen, zelf onze eigen weg moeten gaan. Voor die eigen weg in de duisternis is St.-Jan de wegbereider, degene die in ons het Licht aankondigt, de batterij in, het knopje op onze maçonnieke zaklamp. Het gaat om het Licht, niet om de zaklamp, de batterij of het knopje. St.-Jan is niet zelf het Licht, hij kondigt het slechts aan. Het is aan ons om een straal[tje] van het Licht te zijn. Het Licht dat wij in het Oosten gezien en in ons opgenomen hebben, moet schijnen in ons doen en laten in het Westen. 

bottom of page