top of page

Maçonnelogie 29               VRIJMETSELARIJ 2015 nr 5

LEVENSLOOP

Ik was kind, niet zo lang, maar toch: ik was even kind. Ik speel, ik stoei. Het leven komt zoals het komt. Sprookjes zijn waar. Sinterklaas bestaat. Onze Lieve Heer luistert naar mijn weesgegroetjes, ook al snap ik niets van “de vrucht van uw schoot”. Wijsheid komt van de schoolmeester. Kracht is Goddelijke genade. Schoonheid is een onbevlekt zieltje. Ik geloof heilig. Hoop is nog niet nodig: Liefde is de schommel, de val en kusje erop. De bloesem weet nog niet van de vrucht, de rups nog niet van de vlinder, de lente nog niet van de seizoenen. Ik ben onnozel kind. Gelukkig.

Maar wijsheid verdrijft onnozelheid, kracht blijkt niet toereikend, schoonheid raakt bevlekt. Sinterklaas blijkt de voorbode van al die andere leugens. Zelfs de logos liegt. Het licht brengt duisternis. Ineens is het zomer, één lange, verzengende zomer.

Ik leef in duisternis en ken geen ander licht dan dat van de zon en de lamp. De kaars is de wassen neus van het Rijke Roomse Leven. Ik besta om dood te gaan. Elk heilig huisje breek ik af. Wijsheid is zinloosheid. Kracht is dom. Schoonheid is chaos. Geloof is onwetendheid. Hoop een loze belofte. Liefde een vlucht. Ik ben te cynisch om me de kleur van één bloem, de liefde van één mens, de zachte huid van één nacht te herinneren.

De tijd gaat sneller, de dagen worden korter. Het herfstlicht schijnt minder fel en in een schijnsel van licht veranderen de contouren van het leven. De bloemen krijgen geur en kleur. De rimpelende huid van de nacht verzacht de pijn. Ik voel de mens in mij opstaan. Nieuwe wijsheid komt met het vallen van de bladeren. Kracht zit in de vrucht van mijn schoot: kinderen krijgen kinderen, ik ben opa. Sinterklaas geeft cadeautjes. Zelfs de leugen is een leugen. De spiegel kijkt in de spiegel. Waar ik een zomerlang niet in heb willen kijken, kijkt mij nu aan. Kijk dan! Schoonheid! Laat je troosten. Geloof er maar in. Er is nog hoop. Liefde maakt van het leven meer dan een seksueel overdraagbare aandoening met dodelijke afloop.

Winterse wijsheid zegt dat het nog niet zo ver is, maar dat het onvermijdelijk ooit zo ver zal komen. Kracht zegt dat wie levend verlangt naar de dood al gestorven is. Schoonheid brengt een toost uit.

Dat hij leve! Dat hij sterve!

bottom of page