top of page

Maçonnelogie 36                VRIJMETSELARIJ 2016 nr 3

ESOTERIE

In zijn satire “Veiling van levens” laat Lucianus Samosata [2 eeuw] Zeus en Hermes tweederangs filosofen bij opbod verkopen op de markt. Van discipelen van Aristoteles krijg je er twee voor de prijs van één: “Een van buitenaf, een van binnenuit. Denk er dus wel aan als je ze koopt, de eerste ‘Exoterisch’ en de tweede ‘Esoterisch’ te noemen”. 

Het is in deze spottende context dat het woord ‘esoterisch’ voor de eerste keer gebruikt wordt, en dan nog in de basisbetekenis”: wat van binnenuit komt in tegenstelling tot wat van buitenaf komt.  

Als kerkvader Clemens van Alexandrië iets later in de tweede eeuw het woord ‘esoterisch’ gebruikt doelt hij daarmee op geheime leringen die enkel voorbehouden zijn voor de hoogst ingewijden. Voor wie niet tot die elite behoort moeten die leringen verboden terrein blijven; zij moeten het doen met de geopenbaarde [exoterische] leringen. Hij maakte daarmee het woord ‘esoterisch’ voortaan synoniem met geheim en alleen toegankelijk voor ingewijden.

In de 17 eeuw is de scheidslijn tussen esoterie en wetenschap er nog niet. Newton en Boyle zijn niet aan de ene kant met wetenschap bezig en aan de andere kant met alchemie, voor hen is er geen wezenlijk verschil tussen chemische en symbolische betekenissen. Maar door het rationalisme van Descartes en Spinoza en het empirisme van Locke en Hume in de zeventiende eeuw en de verzoening van die twee door Kant in de achttiende eeuw ontstaat er nadrukkelijk onderscheid tussen wetenschap en bijgeloof. Ironie of niet, inmiddels is de westerse ‘esoterie’ zelf onderwerp geworden van wetenschappelijk onderzoek en hebben de Sorbonne, de Universiteit van Amsterdam en de University of Exeter een leerstoel esoterie en kun je je op vrijwel elke universiteit in het kader van ‘religie-wetenschap’ verdiepen in verschijnselen als alchemie, gnosis, hermetisme, occultisme, new age, theo- en antroposofie en magie.

Ook de vrijmetselarij wordt geassocieerd met esoterie, alleen al omdat het een inwijdingsgenootschap is en schermt met geheimen. Of de achttiende- en vroeg-negentiende-eeuwse vrijmetselarij blij zou zijn met die koppeling is nog maar de vraag. Op zoek naar het ware licht bestreed men toen nog de duisternis van het bijgeloof. Maar sinds de vrijmetselarij zich heeft gestort in de armen van de theosofie is het doel van de zoektocht naar het ware licht er een die gaat via de geheimzinnige duisternis van de esoterie met als doel de eenwording met het goddelijke dat van oorsprong altijd al in de mens aanwezig is geweest. Zo kun je het ook beleven.

bottom of page