top of page

Maçonnelogie 37                VRIJMETSELARIJ 2016 nr 4 

TOONZETTING

Een van de belangrijkste punten op het Grootoosten van 2016 zal de toekomst van de [reguliere] vrijmetselarij in Nederland zijn. Wie wordt de nieuwe Grootmeester? Wie de nieuwe Thesaurier? En wat moet het nieuwe Hoofdbestuur doen om de terugloop van het aantal leden te stoppen, nieuwe leden binnen te halen en zittende leden binnen te houden? 

Ik behoor niet tot dezulken die in volle zelfovertuiging met een kant-en-klare oplossing op een A-4’tje in de binnenzak de Algemene Ledenvergadering binnenstappen. Ook niet tot degenen die menen dat alle [on]heil komt van het [Hoofd]Bestuur of van alle in het [Groot]Oosten vergader[en]de Broeders. Ik ben zo’n naïeve idealist – al mijn broeders erkennen mij als zodanig – die erop vertrouwt dat de gekozen [Groot]Meester zichzelf tot het bestier bekwaam zal weten en dat hij het werk zo redelijk mogelijk zal aannemen; dat hij niet meer Leerlingen zal aannemen dan hij werk kan verschaffen, en geen der Werklieden meer loon zal geven dan hij verdient; dat zowel de [Groot]Meester als de Metselaren aan hun plicht getrouw zullen zijn; dat zij hun loon naar behoren op de bestemde tijd zullen ontvangen zonder morren of tegenstreven en dat zij de [Groot]Meester niet zullen verlaten vóór het werk af is; dat de jonge Werklieden in het werk onderwezen zullen worden om het teloor gaan van materialen door gebrek aan kennis of ervarenheid te voorkomen, tot versterking en onderhouding mede van de Broederlijke Liefde!  

Een Algemene Ledenvergadering van vrijmetselaren zou zich moeten houden aan de mores van de vrijmetselarij. Zelfs als er zwaarwegende besluiten moeten vallen hoort de toonzetting die van een comparitie te zijn. Vrijmetselaren horen te benadrukken wat verbindt en dat te verheffen boven wat scheidt. Ruwe stenen horen zodanig te zijn behakt dat ze inpasbaar zijn geworden in het grotere geheel dat vrijmetselaren nastreven, dus horen zij het “ik” niet te verheffen boven het “wij”: minder “ik”, meer “Broeder”. Vrijmetselaren zoeken naar waarheid, maar horen te beseffen dat geen enkel individu de waarheid in pacht heeft, zelfs al heeft zijne hoogbegaafdheid de 33 graad in boekhoudkunde, intermenselijke verhoudingen of marketingstrategie.  

Niet ritualen bepalen de kracht van de vrijmetselarij, maar individuele vrijmetselaren die zich gedragen in de rechte verhouding. Wijsheid, Kracht en Schoonheid is alleen zichtbaar in gedrag. Wie de vrijmetselarij voor de ondergang wil behoeden doet er goed aan zich als vrijmetselaar te gedragen, niet alleen in het Westen, maar zeker ook in het [Groot]Oosten.

So mote it be.

bottom of page