Maçonnelogie 41 VRIJMETSELARIJ 2016 nr 9
ZOEKEN WAT BINDT
De kern van de vrijmetselarij is niet het opvoeren van ritualen, niet het kennen van uzelf. Rituelen en zelfkennis zijn slechts inspirerende hulpmiddelen om ons uiteindelijk als vrijmetselaren te doen kennen in het Westen. Het is niet de vrijmetselarij die zich doet kennen in het Westen, maar hij die zich daar als vrijmetselaar gedraagt en daar zoekt naar wat bindt. En daar – dat merken we dagelijks – is verdomd veel werk te verzetten.
Daarom is het juist noodzakelijk om binnen de loge te leren praten, te leren compareren over wat er in de polariserende maatschappij gebeurt en hoe we daarin een verbindende rol kunnen spelen. In plaats van ons – mijns inziens onterecht – te beroepen op ‘De oude Plichten’ om politieke en religieuze onderwerpen te mijden, zouden we die lastige onderwerpen niet uit de weg moeten gaan. We moeten juist oefenen in met elkaar in gesprek zijn over wat mensen, Broeders, verdeelt. Niet omdat het makkelijk is – want ook Broeders hebben politieke en religieuze standpunten – maar juist omdat het moeilijk is en er dus getraind moet worden om juist dan te zoeken naar wat bindt. Praten over politiek en religie is niet hetzelfde als aan politiek en religie doen. Het is de kunst ervan buitenaf of vanuit een ander perspectief dan het jouwe naar te kijken, te analyseren wat er gebeurt, welke emoties erbij betrokken zijn, wat ons zo doet hechten aan het eigen gelijk. Vanuit de wil om te verbinden.
Zoeken wat bindt is niet makkelijk. Je moet er zeker jezelf voor kennen en ervoor willen bewegen, je eigen standpunt durven loslaten, je eigen emoties kunnen doorzien en je kunnen verplaatsen in de emoties van de ander. Minder ik, meer broeder. Dat gaat niet vanzelf. We moeten het leren door te doen en dan te ontdekken dat we er iets mee winnen in plaats van verliezen.
Ooit zaten patriotten en orangisten samen in loges en ze hebben met vallen en opstaan geprobeerd elkaar daar als Broeders te ontmoeten, omdat ze ‘in een wereld die verdeelder en verwarder was dan ooit’ met elkaar het symbool van een ‘betere wereld’ deelden. Toen stond ‘Duisternis’ voor bijgeloof, vooroordelen, onkunde. In onze wereld van ‘onrust en onbehagen’ [Troonrede 2016] kunnen wij nog altijd ‘Licht’ brengen. Als wij ons idealisme alleen binnenskamers beoefenen, dan doen we niet waarvoor de vrijmetselarij 300 jaar geleden is ontstaan: het bijdragen aan een [meer] harmonieuze wereld.