top of page

Maçonnelogie 38                VRIJMETSELARIJ 2016 nr 5

EEUWIG OOSTEN

De vrijmetselaar oriënteert zich op het oosten. ‘Zich oriënteren’ betekent in de basis ‘het oosten zoeken, zich naar het oosten richten. Wie zich op het Oosten oriënteert is dus pleonastisch bezig: hij zoekt het oosten in het oosten. Oriënteren is een afleiding van het zelfstandig naamwoord ‘orient‘, dat ontleend is aan het Latijnse ‘oriēns’, opgaande, opkomende. De ‘opgaande’ is de zon en die komt in het oosten op, waardoor ‘oriënt’ zich ontwikkelt tot het oosten. De zon heeft van oudsher een rol gespeeld bij de bepaling tijd en plaats. Pas later is ‘zich oriënteren’ los gaan staan van het oosten en heeft het zich ontwikkeld tot ‘de juiste richting, het juiste standpunt zoeken’; ‘de plaats bepalen waar men zich bevindt’; ‘zich van de toestand, de verhoudingen op de hoogte brengen’. ‘Ken uzelve’ is een vorm van zich oriënteren: [onder]zoeken wie je bent en wat je plaats is in het grotere geheel waarvan je deel uitmaakt.

In de esoterie is het oosten de plaats waar de zon, het licht, de geest, de wijsheid vandaan komt. Het oosten is de bron, de vernieuwing, de [weder]geboorte, de oorzaak, het uitgangspunt, de plaats waar alles volmaakt is, het paradijs. Niet voor niets heet het paradijs ‘de Hof van Eden’; Eden is het oosten.

In het zuiden staat de zon op zijn hoogst, is het licht het krachtigst. Het zuiden symboliseert in het groeiproces het hoogtepunt, het omslagpunt: in het leven. Het staat voor mannelijkheid, uitbundigheid, zelfverwezenlijking.

In het westen gaat de zon onder. Het westen wordt geassocieerd met materialisatie, het stoffelijke, het resultaat, de evaluatie, de oogst, het afwerpen van de vrucht.

In het noorden staat de zon op zijn laagst, is het licht het zwakst. Het noorden symboliseert het onbewuste, het duistere, het vrouwelijke, de baarmoeder, het ontvangende.

De vrijmetselaar reist naar het oosten, in de richting van waar het licht opkomt, het licht tegemoet. Maar wie oostwaarts reist komt altijd in het westen aan. Het oosten kent geen eindpunt. Het westen trouwens ook niet. Alleen het noorden en zuiden kennen hun polen. Wie op de noordpool belandt kan alleen nog maar naar het zuiden. Wie naar het oosten reist komt nooit in het oosten aan. Behalve als hij zijn laatste reis gemaakt heeft, de reis van de meester. Dan is hij aangekomen in het Eeuwig Oosten, waar geen Westen meer is.

bottom of page